Vleermuizen: Zilvervlerk, Vuurvlerk, Zonnevlerk
bron: DSK2-2019



De Canadese schrijver Kenneth Oppel merkte dat er over tal van dieren(kinder)boeken waren geschreven, maar dat die dieren meestal nogal aaibaar waren. Hij ging de uitdaging aan om als held een dier te kiezen dat veel mensen lelijk en griezelig vinden. Hij maakte een reeks van drie boeken met de kleine vleermuis Schim in de hoofdrol.
door Marianne Nieuwinckel
In het eerste boek leren we de jonge, wat ondermaatse maar zeer nieuwsgierige en eigenwijze Schim kennen. Hij is geïntrigeerd door de verhalen over zijn verdwenen vader en door de zon, die na een eeuwenoude oorlog tussen de vogels en de beesten, voor vleermuizen verboden werd.
Tijdens zijn eerste trektocht naar de overwinteringsplaats raakt hij gescheiden van zijn troep en probeert hij samen met Marina, een verstoten jong van een andere vleermuizensoort, de overwinteringsplaats te bereiken.
Ondertussen wil hij zowel het geheim van de verboden zon ontsluieren als zijn verdwenen vader terugvinden.
Hij leert ook zijn grootste vijand kennen, de gigantische Vampyrum Spectrum Gothelo.
Het tweede boek brengt hem, via een afschuwelijk experiment dat mensen met vleermuizen en uilen uitvoeren (gebaseerd op ware feiten naar het hart van het leefgebied van Gothelo. Het thema ‘mythes’, dat in het eerste deel al werd aangereikt, komt hierin volop aan bod. Dit thema wordt volledig uitgewerkt in het derde deel, Vuurvlerk .
Hierin komt Schims zoon Griffioen Levend in de onderwereld terecht. Uiteraard gaat Schim hem achterna, maar levend uit het rijk van de doden geraken is een race tegen de klok, vooral als Gothelo ook nu weer alles op alles zet om Schim te dwarsbomen. Het is duidelijk dat we met deze reeks volop in het fantasy-genre zitten.
Maar Oppel werpt je ook een aantal vragen voor de voeten en hij werkt zijn personages bijzonder goed uit: de karakters evolueren mooi en worden geconfronteerd met herkenbare angsten en emoties.
Het blijven echter fantasiewezens.
Tijd dus om kennis te maken met echte vleermuizen! Wereldwijd zijn er zo’n 1200 soorten vleermuizen. Daardoor is een vijfde van alle zoogdiersoorten een vleermuis. In Vlaanderen tellen we 17 soorten, in heel België 21; 13 soorten zijn met uitsterven bedreigd. Vleermuizen zijn insecteneters die in de schemering en ’s nachts jagen. Per nacht eet een vleermuis ongeveer een kwart tot de helft van zijn gewicht aan muggen, motten en spinnen. Een vleermuis van 20 gram = hun gewicht varieert van 5 tot 25 gram – eet al gauw tot 3,6 kg insecten per jaar! Dat maakt onze natuurlijke insectenbestrijders heel belangrijk, ’s nachts jagen zorgt natuurlijk voor een probleem: het is donker. En hoewel vleermuizen best wel goed kunnen zien, hebben ze een speciaal systeem ontwikkeld om hun kleine, snel voorbijschietende prooien haarfijn te lokaliseren : echolocatie.
Tijdens echolocatie zenden vleermuizen geluidsgolven uit met hun mond of neus. Wanneer die golven een object raken maken ze een echo. Die echo weerkaatst terug van het voorwerp naar de oren van de vleermuis. De vleermuis luistert naar echo’s om uit te vinden waar een voorwerp is, hoe groot het is, en wat voor vorm het heeft.
Vleermuizen hebben een zomer- en een winterverblijf maar vaak liggen die dicht bij elkaar, al kunnen ze ook tientallen kilometers van elkaar verwijderd zijn. Als de vleermuizen einde maart, begin april uit hun winterslaap ontwaken, wordt het voor de vrouwtjes stilaan tijd om naar hun kraamkolonie te gaan, hoewel de paring, afhankelijk van de soort, heeft plaatsgevonden vanaf augustus tot in de winter, worden de vrouwtjes pas einde april begin mei drachtig. Ze hebben het sperma dus tijdelijk opgeslagen om te voorkomen dat de jongen geboren worden in de winter, als er weinig voedsel is, of in het voorjaar als de moeder verzwakt Is van de winterslaap. In de kraamkolonie – mannen niet toegelaten! – brengen de vrouwtjes hun jong ter wereld: meestal slechts één, uitzonderlijk twee. Dit gebeurt in juni – juli, hun trage voortplanting wordt gecompenseerd door het feit dat ze redelijk oud worden: de meeste soorten worden gemiddeld 7 à 10 jaar, maar sommige worden meer dan 20 of zelfs 30 jaar oud. De jongen worden een viertal weken overdag en ’s nachts gezoogd. Na ongeveer 3 weken gaat het jong vliegen en na ongeveer 6 weken kan het zelfstandig op jacht gaan. Na het uitvliegen van de jongen valt de kraamkolonie uiteen.
In de herfst gaan de vleermuizen niet alleen extra veel jagen om een vetreserve aan te leggen, maar gaan ze ook op zoek naar een geschikt winterverblijf, geschikt betekent; rustig, koel maar vorstvrij en met een luchtvochtigheidsgraad van meer dan 90%. Om die reden vind je ze vaak in forten, bunkers, kelders en mergelgroeves.
Tijdens de winterslaap schakelen de vleermuizen over op spaarstand: hun lichaamstemperatuur zakt tot de omgevingstemperatuur, hun hartslag daalt naar 20 à 30 slagen per minuut (terwijl ze tijdens het jagen wel 400 slagen per minuut halen) en ze ademen maar eens om de 5 à 6 minuten! Hoewel ze zo gedurende ongeveer 5 maanden onbeweeglijk ondersteboven hangen – dat kunnen ze door de spieren die ze daarvoor nodig hebben, ‘op slot’ te doen – worden ze wel af en toe wakker om een druppel condens van wand of plafond te likken. Hoewel vleermuizen wel enkele natuurlijke vijanden hebben (torenvalk, bos-en kerkuilen, af en toe een kat en allerlei parasieten), vormt de mens de grootste bedreiging. (Kraam)kolonies worden door onwetendheid vernield, het gebruik van insecticiden en pesticiden leidt tot vergiftiging en er is een achteruitgang van de natuurlijke biotopen.
Vleermuizen verstoren, vangen, doden of hun verblijfplaats vernietigen of onbereikbaar maken is dan ook bij wet verboden.
Als je tijdens de lange zomeravonden buiten geniet van de spannende boeken over de kleine vleermuis Schim, kijk dan af en toe eens naar boven: misschien zie je zo’n ‘schimmig’ diertje wel voorbij fladderen, op jacht naar duizenden vervelende muggen.
En nee, je hoeft niet bang te zijn: ze hebben het niét op je haar gemunt.
Oppel, K. (2000). Zilvervlerk. (2001).Vuurvlerk.(2003). Zonnevlerk.
Haarlem: Uitgeverij J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV
Bronnen:www.natuurpunt.be, www.vleermuizen.be, www.ecopedia.be, www.vleerbox.com
WIST JE DAT…
* Vleermuizen de enige vliegende zoogdieren zijn? De vleugels zijn opgebouwd uit huid met een spierlaag eronder. Hoewel de vlieghuid broos lijkt, is ze soepel en sterk. Ze bestaat uit levend materiaal: een niet al te groot gat kan dan ook snel weer dichtgroeien.
* Vleermuizen tot de oudste zoogdiersoorten ter wereld behoren? Een fossiele vleermuis van zo’n 60 miljoen jaar oud, gevonden nabij Darmstadt (Duitsland) bewijst dat vleermuizen er toen al hetzelfde uitzagen als nu.
– Natuurpunt jaarlijks de Nacht van de Vleermuis organiseert? Dit jaar is dat op 24 en 25 augustus. Voor meer info, kijk op ww.natuurpunt.be .
– Vleermuizen in de westerse cultuur een slechte naam hebben? Men hield ze als ‘muis met vleugels’ voor dubbelzinnige wezens die op een bovennatuurlijke manier van gedaante konden veranderen. Maar in de oosterse cultuur hebben ze een betere reputatie!
Het Chinese woord, teken ‘Fu; betekent zowel ‘geluk’ als ‘vleermuis’.
– Wilde Dieren in Nood in 2018 in totaal 94 vleermuizen heeft opgevangen?
Het ging om:
88 Dwergvleermuizen,
1 Franjestaart
1 Grootoorvleermuis
1 Grote rosse vleermuis
1 Laatvlieger
2 Watervleermuizen